21 juli 2020

Uit de schaduw: Peter van Kooij

In de mensport zijn veel mensen actief achter de schermen. Mennen is nu eenmaal een tak van paardensport die je niet alleen kunt doen. Ondersteuning van familie, partner of vrienden is onmisbaar voor actieve wedstrijdmenners. De wedstrijden waaraan ze meedoen zijn er dankzij de inzet van enthousiaste organisatoren en vrijwilligers. Hoefnet haalt in de reeks ‘Uit de schaduw’ mensen van de achtergrond naar de voorgrond.

Peter van Kooij is iemand die veel op de achtergrond vertoeft tijdens menwedstrijden. Tegenwoordig meestal als steward of chief steward. Hij is zijn hele leven al actief in de paardenwereld en heeft daar veel gezien, geleerd en meegemaakt. Alle wedstrijden die dit seizoen in zijn agenda stonden gingen niet door. Nu het WK in Valkenswaard doorgaat hoopt hij dit alsnog een mooie afsluiting van het seizoen wordt.



Van het één kwam het ander

Van kind af aan is Peter actief in de paardensport. Als jochie reed hij op de Distelhoeve in Helvoirt en werkte in de vakanties op de Rotterdamsche Manege. Hij woonde om de hoek van het CHIO Rotterdam, waar hij 38 jaar als vrijwilliger kwam. Van het bouwen van de stallen, het schilderen van de hindernissen tot ringmeester.
De vader van een vriend had Hackney-ponies. Dagelijks werd er getraind en ze gingen naar concoursen. Dat Hackneywerk vond hij leuk, maar op het CHIO Rotterdam zag hij meer van het mennen: destijds rubrieken met Tuigpaarden, Hackneys en Friezen. Heineken wilde in 1983 ook Shires voor de bierwagen en haalde de Whitbread Shires naar het CHIO. Dit beviel zo goed dat Heineken de nu bekende zwarte Shires aanschafte. Peter heeft nog een aantal keren bij Heineken met de Shires gewerkt tijdens grote evenementen. Door de hier opgedane contacten, belandde hij in Londen, reed met Shires door de stad en stond voor hij het wist met een aanspanning voor St Paul’s Cathedral. Van het één kwam het ander. Door onder andere zijn ervaringen met de Shires in Londen werd hij in 1990 benaderd om te gaan wonen en werken in Wassenaar op een privéstal. Peter nam een jaar bijzonder verlof (hij was toen buschauffeur) en kreeg 5 paarden en 40 rijtuigen onder zijn hoede van de familie deNeree tot Babberich. Uiteindelijk ging hij terug naar zijn oude werkgever maar ook vaak naar Wassenaar. ‘Ik heb daar echt veel geleerd, vooral van tuigen: elk onderdeel heeft een functie. Maar ook van al die verschillende manieren van aanspannen met bijbehorende tuigen. Die kennis heeft mij ook als steward heel goed geholpen. En ik heb daar goed tweespan leren rijden, veel ritten door heel Nederland gereden met bijzondere mensen en altijd heerlijke stops op de meest mooie locaties.’


Tijdens koetsenrit Velp 1990
Foto: Privécollectie

The King’s Troop

Bijzondere belevenissen waren er voor Peter met de King’s Troop. Voor een show op het CHIO Rotterdam 1992 was hij de liaison en moest alles regelen in het Kralingse Bos voor 50 paarden en 80 man. Stalling en voer voor de paarden, slapen en eten voor de mannen en verder alles wat daarbij komt kijken. Een jaar later werd hij uitgenodigd een hele week hun gast te zijn tijdens de Windsor Horse Show 1993. ‘’s Morgens stond één van hun paarden voor mij klaar en dan gingen we rijden door Windsor Great Park. We sprongen over eventing-hindernissen en trainden tent-pegging, een militaire sport met een eigen rubriek op de Windsor Horse Show.’s Avonds gaven ze een show met 6 zesspannen en waarbij werd geschoten met hun kanonnen.’ In 2011 was Peter weer op de Windsor Horse Show, maar nu als FEI-steward voor de internationale menwedstrijd.

Gezelligheid

Bekend met alle takken van paardensport raakte Peter toch steeds meer verslingerd aan de mensport. In 2003 had Paul van Geloven als ringmeester hulp nodig in Beekbergen bij een tweede dressuurring en Peter kwam hem helpen. ‘Dat beviel hartstikke goed,’ kijkt hij terug. ‘Het was gezellig en het klikte goed met alle mensen. ’s Avonds had ik nachtdienst, maar de volgende dag ging ik weer terug om te kijken. Ik ben toen nooit meer weggegaan.’



Aken is het summum

Voor het eerst in de geschiedenis gaat zelfs het CHIO in Aken niet door. Daar is Peter steevast van de partij. Op maandag al heen en zondags pas weer terug. ‘Aken is het summum,’ aldus Peter. ‘Dat voelt elk jaar als een WK. De manier waarop dat evenement is georganiseerd en hoe de mensen er naar uit kijken….Het is heel bijzonder om daar rond te lopen.’ In 2005 kwam hij daar voor het eerst. Samen met Paul van Geloven werd hij door Jan Devaere gevraagd om ringmeester te zijn. Het bleek de generale repetitie voor de WEG 2006. ‘Dat moest helemaal voor elkaar zijn. Ik ga sindsdien ieder jaar weer, want anders raak ik ‘mijn plekkie’ kwijt.’ Inmiddels is hij daar sinds 2012 in de rol van FEI-steward. ‘Ik had in 2009 een intake bij de KNHS gedaan om FEI-steward te worden. Toen de vacature uit ging moest ik op sollicitatiegesprek bij Gé König. In 2012 volgde de cursus en toen ik eenmaal FEI-officieel steward was, ben ik dat blijven doen.’

Open communiceren

Waarom wordt iemand steward? ‘Ik heb altijd al het voorterrein interessanter gevonden dan de wedstrijdring,’ verklapt Peter. ‘Daar zie je hoe mensen hun paarden klaar maken om op het juiste moment te pieken.’ De steward zorgt er onder andere voor dat iedereen zich onder gelijke omstandigheden op de wedstrijd kan voorbereiden, dat de regels van de sport worden nageleefd en dat de deelnemer op tijd naar de wedstrijdring gaat. En er is nog een interessant aspect vertelt hij: ‘Je maakt de rijders ook mee in hun eerste reactie als ze uit de ring komen. Dat kan in euforische stemming zijn, maar ook in diepe teleurstelling. En dan moet je het toch even afmaken met die laatste verplichte dingen; o.a. bit-controle en spoorbreedte meten.’
Hoe hij dat doet? ‘Emoties spelen vaak een rol en dat begrijp ik; ik probeer dan toch zoveel mogelijk ‘mijn ding’ te doen. En soms moet je een deelnemer dan aanspreken. Als ik iemand overdag heb aangesproken vind ik wel dat we er ’s avonds, al het nodig is, nog een keer over kunnen praten onder het genot van een drankje.

Naar de wedstrijd neemt Peter altijd zijn caravan mee. ’Ik wil op het terrein verblijven. Dan ben je ook meer betrokken bij de wedstrijd.’ Hij ervaart veel waardering van deelnemers en de overige officials,  ‘Veel mensen bedanken je op zondagmiddag en zeggen dan ‘tot de volgende.’  Daar doe je het voor !’



Foto: Rinaldo de Craen

Auteursrechten voorbehouden. Overname zonder bronvermelding en toestemming via info@hoefnet.nl niet toegestaan.