7 april 2020

Belgisch springtalent Thibeau Spits op les bij Glenn Geerts

Het 18-jarige Belgische Talent van het Jaar Thibeau Spits ging enige tijd geleden op bezoek bij het andere Belgische hippische talent, de 30-jarige vierspanmenner Glenn Geerts. Springruiter Thibeau nam voor één keer plaats op de bok van Glenn. Twee talenten, twee echte ‘paardenmannen’ die op een winderige namiddag in het Belgische Oostmalle even de tijd van hun leven beleefden.

Gevoel voor paarden

Thibeau: “Wat een gevoel!” Bloost Thibeau als hij de leidsels teruggeeft aan Glenn. Ik vond het begin heel moeilijk. Het gevoel, …, de verschillende leidsels. Het remmen. Na een tijdje begon het al een beetje te gaan met het sturen en begonnen de paarden ook vrij goed te luisteren. Maar als je Glenn dan bezig ziet. Dat is ongelooflijk! Heel veel respect voor die mannen. Echt waar. Op het laatste zijn we is echt ‘volle bak’ door de hindernis gegaan, dat was echt indrukwekkend. Ik ben er nog een beetje van aan het bekomen.

Glenn: Ik vond dat hij het eigenlijk heel goed deed. Je ziet dat Thibeau veel gevoel heeft voor paarden en niet snel bang is (knipoog). De basis is er. De omstandigheden waren zeker niet ideaal. De paarden waren fris, net geschoren, er was veel wind. Ze komen terug uit een rustperiode. Hij heeft dat echt heel goed gedaan. Je mag niet vergeten dat Thibeau heel veel stappen heeft overgeslagen. Normaal begin je met een enkelspan. Dan een tweespan … niet van de eerste keer met een vierspan. Straffe gast! Maar dat wisten we al zeker … (knipoog).



Foto: Dirk Caremans

Liever naar het mennen kijken dan naar dressuur

Thibeau: In Mechelen en Genève heb ik het mennen kunnen volgen. Op zulke concoursen ben ik maar met twee of drie paarden en dan heb ik wel wat tijd. En ik moet toegeven dat ik veel liever naar het mennen ga kijken, dan naar de dressuur (glimlach).

Glenn: Wij komen ruiters en amazones uit andere disciplines alleen maar in de winter op de indoor wereldbekers tegen eigenlijk. En in Aken … of de wereldruiterspelen, dan staan we zelfs in dezelfde stallen. Ik zal Thibeau daar binnenkort wel is tegen komen … daar ben ik van overtuigd. Het is ook fijn dat Thibeau aangeeft dat het niet allemaal zo evident is. Want soms hebben wij wel het gevoel is dat onze sport een ‘beetje opvulling’ is. Maar het is evengoed ‘topsport’.  De Indoorwedstrijden, dat is voor ons eigenlijk ‘vakantie’. De paarden klaar maken en de proef verkennen en rijden. Maar de outdoorwedstrijden dat is heel andere koek. Dan zijn we hele dagen de paarden aan het klaar maken, verzorgen, hindernissen verkennen, verkennen en nog eens verkennen.

Ambities

Thibeau: Ik hoop vooral om met mijn goede paarden op dit niveau te kunnen blijven. Ik heb nu is van vijf sterren mogen proeven en het vrij deftig gedaan. Ik ben ook bezig met een paar jongere paarden. Het zou fijn zijn moesten die ook naar dat niveau kunnen doorgroeien. Zodat ik binnen een jaar of twee over meerdere paarden kan beschikken die de grotere wedstrijden en 1.50m-proeven kunnen lopen. Volgend jaar hoop ik mee te gaan naar het EK voor de Young Riders. Als ik afga op het voorbije jaar dan is dat misschien realistisch maar het is nooit evident om dat te evenaren.  Als ik verder in de toekomst kijk, dan hoop ik om een ‘vaste waarde’ te kunnen worden in de Belgische ploeg.  En ooit is in Aken te kunnen rijden … of wie weet Olympische Spelen.

Glenn Geerts: 2020 is een WK-jaar. Ik heb in 2019 geproefd van de bronzen medaille op het Europees kampioenschap. Ik zou graag minstens één medaille mee naar huis brengen van het WK. We hebben een sterk Belgisch team. Ik droom wel van een individuele medaille maar dat is misschien iets minder realistisch want de wereldtop is buitengewoon sterk. Europees kan ik goed meedraaien in de top-vijf, maar op wereldvlak zijn er nog een aantal echte grote kleppers. Maar er moet altijd gereden en het is een momentopname. Ik ben ondertussen ook geselecteerd voor de Wereldbeker. Vorig jaar stond ik op het podium, ik ga dus met ambitie naar Bordeaux. Op lange termijn wil ik vooral blijven voortdoen, een gevestigde waarde worden op wereldvlak.

Wat is er nog nodig Glenn, om dat laatste stapje te zetten?

Glenn: Twee zaken denk ik.  Als je ziet,  dat de moeder van één van mijn rechtstreekse concurrenten,  Chester Weber,  bij de tien rijkste vrouwen van Amerika is. Dat die voor elk paard twee grooms heeft. Een wagenpark camions. De allerbeste paarden. Een heel domein, …  dan zouden sponsors en kapitaal mij op dat vlak zeker kunnen helpen. En langs de andere kant … vooral ervaring opdoen! Blijven groeien, blijven les nemen, blijven investeren in mezelf.



Foto: Dirk Caremans

Jullie hebben van je hobby, jullie beroep gemaakt… dat moet ook veel voldoening geven?

Glenn: Ik heb in 2017 de stap naar het zelfstandig bestaan gemaakt. Ik kan hier van leven. We hebben een aantal pensionpaarden. Ik heb paarden van Amerikaanse mensen op stal staan die ik les geef. Ik geef les aan de Zweedse menners. Naast de sport heb ik hier een bedrijfje te runnen en ook op dat vlak ben ik best ambitieus en wil ik een vaste waarde worden.

Thibeau: Bij ons thuis, komt er ook handel bij. We hebben pensionpaarden. Ik geef ook wat les aan mensen die ik graag heb en die verder willen komen in de sport. Af en toe moeten we ook wel is een goed paard verkopen. Jacobien (v. Va Vite) en Jericho Dwerse Hagen (v. Vertigo Saint-Benoît) die verkocht werden bijvoorbeeld. Ik besef heel goed dat dat nodig is om de zaak draaiende te houden en om te kunnen investeren in de toekomst. Het is een dure sport en een goed paard kopen kost veel geld. Met mijn twee huidige toppaarden heb ik eigenlijk veel geluk gehad op dat vlak.

Jullie zijn twee jonge gasten die het internationaal fantastisch doen. Het lijkt of jullie nooit anders gedaan hebben en daar heel nuchter en kalm onder blijven.

Glenn: Bij mij is dat eigenlijk allemaal heel netjes en geleidelijk aan gegaan. Stap voor stap. De stap van pony’s naar paarden ging vlot. Maar mijn eerste internationale jaar was echt wel ‘vallen en opstaan’ en vooral vallen. Meedoen. Meer niet. Ik heb mijn eerste internationale wedstrijd in 2010 gereden, in 2012 mijn eerste WK. En ik voel dat ik nog altijd aan het groeien ben en dat er nog marge is. Ik heb misschien wel het geluk dat ik in het juiste land geboren ben. In België is de vierspansport, na Brasseur en Schrijvers, een beetje stilgevallen. Er was plaats voor opkomend talent, in Nederland is dat helemaal anders. Die plaats in het Belgische team heeft me toen een enorme boost gegeven, want je kan alleen maar beter worden door je te meten met de allerbesten.

Thibeau: Zo evident is het allemaal niet hoor. Wij twijfelen ook wel is of voelen ons is klein. Maar als je over Mechelen praat dan kan ik wel zeggen dat ik naar Mechelen met heel veel vertrouwen en goede concourspaarden ben vertrokken. Dat is een echte thuismatch. Waregem was op dat vlak net iets anders. Daar voelde ik wel dat ik het goed wilde doen, maar daar had ik het gevoel dat wanneer ik met twee fouten uit de 1,60m. GP buiten zou komen, het ook goed zou zijn. In Mechelen had ik dat gevoel helemaal niet. In Mechelen was de start goed en dat heb ik heel de week kunnen doortrekken. Genève kwam op dat vlak heel erg in de buurt. Ik besef wel dat het niet evident zal worden om dat elk jaar te doen en dat er nog mindere momenten zullen komen. Het zal ook voor mij altijd een beetje vallen en opstaan worden en daar beter en sterker van worden.



Foto: Dirk Caremans

Jullie staan er allebei niet alleen voor. Er staat iets achter jullie … een goed team om te beginnen?

Glenn: In onze sport is het sowieso onmogelijk om het alleen te doen. Je hebt altijd een groom nodig. Al is het maar om een neusriempje wat strakker te doen. We roeien met de riemen die we hebben, maar ik heb een heel sterk team van vrienden en familie rond mij. Dat zijn geen professionele grooms, maar mijn vrouw, mijn zus en haar vriend, mijn ouders, een kameraad … mensen die dat heel graag doen. Iedereen kent zijn plaatsje. Een compact groepje. Zonder hen was dit gewoon niet mogelijk. En het is dankzij mijn ouders dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken. Daar ben ik ze heel dankbaar voor. Dat weten ze wel.

Thibeau: Ik heb het geluk dat mijn papa op het hoogste niveau heeft meegedraaid. Dat ik heel goed omringd ben op dat vlak. Ook met Dirk Demeersman bijvoorbeeld de me helpt met het management van de paarden. Ik heb een hele goede groom, een meisje die groomt uit liefde voor de paarden. Mijn broer Marnick rijdt de jonge paarden en levert ze perfect af. Ons mama zorgt dat alles in orde is. Het is bij ons, de familie Ceulemans, absoluut ook een familieaangelegenheid. En ik heb dan nog de beste supporter van de wereld … (lacht). Dat is toch geweldig.

Glenn: Na mijn EK-medaille kreeg ik telefoon van mijn grootvader, die niet mee kon omdat mijn grootmoeder serieus ziek was op dat moment,  en die bijna niet uit zijn woorden geraakte van blijdschap en ontroering, dat zijn de momenten waar we het voor doen en die onze sport zo mooi maken.

Tekst: Kris Van Steen

Foto’s: Dirk Caremans

NB: dit interview werd afgenomen voor de coronacrisis.



Foto: Dirk Caremans